Ervaringen van een ex-Sai Baba devotee I


Bron: Jens Sethu, woonachtig in München/Duitsland

Een brief voor David Bailey

Hallo, David Bailey.

Ik geef u een volledig verslag van mijn traumatische ervaringen met Sathya Sai Baba en ik hoop dat dit zal bijdragen mensen te helpen begrijpen wie hij eigenlijk is. Het is waar tot in alle bijzonderheden en kan worden gezien als het afleggen van een getuigenis. Van wat volgt zou ik openlijk voor een gerechtshof kunnen en willen getuigen'.

Ik ben vijfendertig jaar en ben sedert mijn kinderjaren geïnteresseerd geweest in spirituele aangelegenheden. Gedurende lange tijd ben ik een volgeling geweest van Jezus en Padre Pio. Daarna, na het lezen van Yogananda's Autobiografie van een Yogi ging ik het yogipad volgen. In oktober 1988 werd ik een vurig volgeling van Sathya Sai Baba en in september 1989 ging ik voor de eerste keer naar Puttaparthi. Sindsdien bezocht ik geregeld ieder jaar Puttaparthi en voelde me totaal opgenomen in de 'aura' van Sai Baba.

Ik was volledig overtuigd van zijn avatarschap en ik werd hem zo toegewijd, dat ik de hele tijd aan hem dacht en alleen over hèm mediteerde. In 1989 las ik het boek Lord of the air van Tal Brooks, een jongeman uit Amerika en ex-devotee, die daarin over Sai Baba's seksuele schande schreef. Maar ik kon dat niet geloven en dacht dat Tal alleen maar wilde afgeven op Baba. Ik ontkende stellig de feiten die hij in zijn boek noemde. Al die jaren had ik honderden darshans, maar kreeg nooit een interview. In 1993 begon ik Sai Baba's levensstijl en de activiteiten in de ashram enigszins verdacht te vinden.

 Elk jaar zag ik nieuwe dure gebouwen verrijzen en voelde ik dat er een toenemende vercommercialisering aan de gang was. In 1996 zag ik Sai Baba in een dure Jaguar en in andere peperdure wagens, zoals Mercedes en BMW van grote klasse, de ashram verlaten. Maar nog steeds geloofde ik dat hij de Kali avatar was van deze eeuw. Op zeventien januari 1996 kreeg ik mijn eerste interview en zeer vriendelijk vertelde hij mij zeer aardige dingen, zoals: 'Ik zal je alles geven' en hij streelde daarbij over mijn hoofd. Hij zei: 'Ik weet dat je niet zeker van jezelf en van je toekomst bent, en wat dies meer zij. En ook ongelukkig op het gebied van vrouwen. Ik weet dat, maar maak je geen zorgen. Ook koester je slechte gedachten en geen goede'.

Toen zei hij: 'Je krijgt van mij alles wat je gezondheid, je spiritualiteit en je leven betreft. Alles! Ik geef je oneindig veel liefde. Jij en ik zullen één worden'. Ik raakte zijn kleed aan en hij legde zijn hand op mijn hoofd en zei: 'Ik zal je een apart interview geven'. Op twintig januari 1996 kreeg ik het tweede interview. Al dagen van te voren had hij zich een vreemd oogcontact met mij aangemeten, hetgeen duidde op het aanstaande interview. Mijn vrouw en ik gingen samen naar het interview en hij deed zeer teleurgesteld, toen hij zag dat ik samen met mijn vrouw was. Hij nam mij apart in de interviewkamer en zei: 'Zij is ziek en veel ouder dan jij. Ga alsjeblieft van haar scheiden'. Ik was werkelijk geshockeerd en antwoordde: 'Wij zijn zeer aan elkaar gehecht'.

Ik vroeg hem om haar enigszins spiritueel te onderrichten, waarin hij meteen toestemde, maar hij zinde op iets anders. Zonder toestemming te vragen kuste hij mij een poosje op mijn lippen. Daarna vroeg hij mij om mijn broek open te maken en 'materialiseerde' een beetje olie, dat hij boven mijn geslachtsdelen wreef. Om dit alles voelde ik mij zeer ellendig, maar ik accepteerde het, daar ik volledig vertrouwen in Sai Baba had. Toen nam hij mijn vrouw alleen in de interviewkamer en zei tegen haar: 'Of je scheidt van je man, of ik stuur je Puttaparthi uit!' Hij zag woest van kwaadheid (dat vertelde mijn vrouw mij later) en zij rilde over haar hele lichaam. Toen zij kort daarna weer verscheen, had zij een rood gezicht en was zeer bang. Niemand durfde te vragen wat daarbinnen met haar was gebeurd.

 Enkele dagen later zag hij mij weer tijdens darshan en vroeg of ik al van haar was gescheiden. 'Nog niet', zei ik. Hij keerde zich om en schreeuwde, zodat iedereen het kon horen: 'Slechte, slechte vent!!!' Hij deed zeer agressief en scheen zo'n duivelse aura uit te stralen, dat ik diep geschokt was. Wij vertrokken onmiddellijk en gingen op pelgrimsreis naar Noord-India. Dit was een keerpunt, maar na enige tijd besloot ik om nog een keer naar Sai Baba te gaan om opheldering te krijgen.

Aan het eind van 1996 ging ik terug naar India en kreeg op vier december een interview. In dat interview zei hij: 'Waar kom je vandaan?' Toen ik hem vertelde dat ik uit Duitsland kwam, antwoordde hij: 'Jij bent ook een Hitler!' Geshockeerd dacht ik bij mijzelf: 'Hij is toch niet erg vriendelijk'. Desalniettemin kuste de gulzige oude man mij meteen en aanhoudend in de privé-interviewkamer op mijn lippen voor ongeveer twintig seconden en streek vriendelijk over mijn rug. Nu wist ik zeker dat er iets helemaal mis was.

Op achtentwintig december werd ik weer voor een interview geroepen en hij maakte een gouden ring die niet paste, ondanks dat hij erop blies. In zijn privé-kamer zei hij: 'Kom'. En weer kuste hij mij enige tijd op mijn lippen, net als eerder. Deze keer bood ik weerstand en hij mompelde: 'Wees niet bang'. Ik zei: 'Ik ben niet bang'. Toen zei hij: 'Dit is een goede gelegenheid. Velen wachten maanden en krijgen die gelegenheid niet'. Dit verbijsterde me. Ik weet zeker dat men in Puttaparthi niet zit te wachten op kussen op je mond. Daarna veranderde zijn stemming helemaal en ik was toen echt bang. Hij beval mij mijn broek uit te trekken, ritste mijn gulp open en ging met zijn rechterhand mijn onderbroek in. Sathya Sai Baba, de goddelijke, pakte mijn genitaliën en begon die ongevraagd te masseren. Hij verwachtte een erectie, maar dat gebeurde niet, want ik voelde geen enkele seksuele opwinding en geen wellust in de aanwezigheid van een zeventigjarige oude man. Ik walgde er werkelijk van. Toen had hij de brutaliteit om te zeggen: 'Wat is hij zwak. Verspil maar geen energie'. Toen ik naar hem keek, besefte ik de waarheid betreffende deze man en was zeer geshockeerd. Direct daarna stuurde hij mij uit de kamer, zonder nog een woord te zeggen.

Terug in Duitsland, deed ik een diepgaand onderzoek op internet en trof daarop toevallig een artikel aan van Jed Geyerhahn. Ik was zeer gelukkig iemand te hebben gevonden met dezelfde ervaringen als ik. Ik had nog wat bagage in Puttaparthi. In november 1999 ging ik terug om het op te halen en nam twee internetpagina's mee om die met enkele vrienden daar te bespreken. Ongelukkigerwijs kwam een dame in het bezit van het materiaal en bracht het naar het politiebureau in Puttaparthi. Toen werd ik door de plaatselijke politie onderworpen aan verscheidene verhoren. Een zekere meneer Reddy vroeg herhaaldelijk van wie ik het materiaal had gekregen en wat het wachtwoord was. Ik vertelde hem dat India nog steeds een democratisch land is en dat ik wat voor materiaal dan ook bij me mocht hebben, maar hij sloeg geen acht op mijn woorden. Ik vertelde hem dat er geen wachtwoord nodig was om op het net te komen en dat iedereen vrije toegang had tot het materiaal dat erop stond. Hij stuurde mij naar een e-mailwinkel, begeleid door een politieagent, die wachtte, maar de computerverbindingen met Hyderabad zijn zeer traag en daarom kon ik niet op het website komen.

Tenslotte nam de inspecteur, meneer Reddy, mijn paspoort in en zei: 'Als je mij het wachtwoord en de naam van de persoon niet geeft, verklaar ik je schuldig en sta ik je niet toe Puttaparthi te verlaten. Hij behandelde mij zeer slecht, als een misdadiger, speciaal gedurende de laatste ondervraging en ik had verscheidene getuigen van dit incident. Dit alles vanwege het in bezit hebben van twee pagina's die ik zelf niet had geschreven. Toen liep hij met mij, mijn vrouw en een Amerikaanse vriend de ashram in en eenmaal binnen de poort, vroeg hij mij weer die stomme vraag over het wachtwoord. Toen kon ik nog niet begrijpen, waarom hij dat moest doen, maar thans weet ik dat hij ons liet zien aan enkele mensen of gevolmachtigden, die wij niet konden zien of herkennen.

Op de eerste november had ik weer een afspraak met de politie. Dat was de dag waarop ik van plan was naar Delhi te gaan, maar zonder paspoort zou dat niet mogelijk zijn. Op dertig oktober, laat in de avond, kwamen twee mensen die ik kende en een onbekend persoon naar onze unit en een van hen waarschuwde mij, dat mijn leven in gevaar was en ik onmiddellijk moest vertrekken. Zeer vroeg de volgende morgen vertrokken mijn vrouw en ik naar Delhi. Op het station van Dharmmavaram zocht de politie naar ons, maar wij stapten in Anantapur op de trein. Daar is een politiebureau vlak bij het perron dat we moesten oversteken om in de trein te komen.

Op het moment dat ik dat zag, zei ik tegen mijn vrouw dat zij gescheiden van mij in de trein moest stappen. Mijn vrouw hoorde een stel politieagenten zeggen dat zij iemand zochten en ving de woorden 'paspoort',' Delhi' en 'telegram' op. Wij bevonden ons in zeer groot gevaar, maar gelukkig was ik gekleed als een Indiër en men herkende mij niet. Wij waren dus ontsnapt en bereikten Delhi. We gingen onmiddellijk naar de Duitse ambassade. Ik ontving daar een reisdocument, nadat ik over mijn ervaringen had verteld. De ambassadefunctionaris zei, dat hij een protest zou sturen naar de Indiase regering. Hij vertelde mij, dat zoiets onwettig is en zij kenden dergelijke gevallen. Ik wil u nog mededelen dat op het politiebureau in Puttaparthi de politieagent een stapel buitenlandse en Indiase paspoorten in een lade onder de tafel had en één keer zag ik, dat hij die stapel in zijn hand had. Dit is alleen maar een opmerking.

Ik weet niet van wie zij waren. Gedurende de angstaanjagende tijd in Puttaparthi ontmoette ik een Italiaans echtpaar dat wij kenden en we probeerden hun te vertellen wat er met mij in het interview met Sai Baba was gebeurd. Zij sloten hun ogen en de dame schreeuwde: 'Stil! Zwijg! Sai Baba is onze God en al die afschuwelijke verhalen zijn niet waar!' Daarna keerden zij zich om en liepen weg. Deze zelfde mensen hadden mij jaren geleden verteld, dat zij nooit enige vrede in de ashram hadden ervaren en dat niet konden begrijpen. Maar zij luisteren niet naar hen die beter wisten. Niemand kan zich misschien voorstellen hoe ik me voelde toen dit allemaal gebeurde. Ik had heel wat te verduren.

Ik ontmoette een lange en knappe ex-soldaat uit Ruanda. Deze persoon werd ook seksueel gemolesteerd door Sai Baba en hij vertelde mij zijn hele verhaal. Hij is getrouwd met een Japanse, die een fel aanhanger van Sai Baba is. Zij hebben één kind. Hij is geheel van haar afhankelijk en hij ziet geen manier om los van Sai Baba te komen. Hij kreeg veel presentjes van Sai Baba, zoals ringen, een armband en een gouden horloge. Sai Baba betastte zijn zaadballen en masseerde minstens tweemaal zijn genitaliën. De presentjes komen overeen met betaling voor prostitutie, maar een prostitué en haar klant hebben een wederzijdse overeenstemming, terwijl de mannelijke devotees tegen hun wil worden gemolesteerd. En zij komen voor een totaal verschillend doel. Ons sterke vertrouwen in Sai Baba wordt misbruikt door dezelfde Baba, door zijn pedofiel gedrag, en dit is het meest verachtelijke wat hij kan doen.

Er zijn echter nog veel andere onregelmatigheden die wachten op opheldering. Ook wil ik je laten weten dat Baba op achtentwintig november 1999 uit Puttaparthi naar Bangalore wilde vertrekken voor een hartbehandeling, maar hij ging niet vanwege het verhaal op internet hierover. Ik ben dit te weten gekomen van de politie-inspecteur, die mij verweet de internetpagina's naar Puttaparthi te hebben meegenomen. Ik heb een goede vriend in Puttaparthi, een winkelier, die mij al had verteld dat Baba in november twee hartaanvallen had gehad en voor behandeling naar Bangalore ging. Hij zei ook, dat de meeste mensen die hiervan weten, niet geloven dat Sai Baba de volgende twee jaar nog zal halen.

De bewindvoerders zijn zeer bezorgd en verontrust over internet Verder wil ik je laten weten (voor het geval dat je het nog niet weet) dat Sathya Sai Baba niet in Puttaparthi werd geboren, maar in het dorp Karnatakka-Nagepalle bij Puttaparthi. Baba's moeder was afkomstig uit deze plaats en volgens de traditie moest zij het kind ter wereld brengen in de plaats waar zij vandaan kwam. Ik weet dit van iemand die in Puttaparthi werd geboren en daar meer dan veertig jaar had gewoond. De dorpeling zei dat dit een open geheim is; iedereen weet het, maar is bang om het te zeggen. Zo zie je dat vanaf het allereerste begin Baba en zijn volgelingen leugenaars zijn geweest. Luister naar het verhaal dat Krishna, een vriend uit Baba's jeugd, aan Erlendur Haraldsson vertelde. Nooit vertoefde een devotee zo dicht en zo lang bij Sai Baba. Dag en nacht bracht hij enige tijd met Baba door. Dit was bijna zestig jaar geleden. Uiteindelijk verliet hij Sai Baba en ging naar Hyderabad.

Tijdens een interview met Haraldsson zei Krishna dat zelfs in die dagen Sai Baba meer op een politicus of hoofd van een feodaal systeem leek. Ook zei Krishna: 'Wat Baba ook moge hebben, één ding heeft hij niet, en dat is mededogen'. Ik hoop dat deze nachtmerrie spoedig zal eindigen en ik hoop tevens dat door de genade van de Almachtige alle mensen over de hele wereld op de hoogte zullen komen van de misdaden van Sai Baba, een machtige demon, die kwam als een vermomde heilige en die slechts was geïnteresseerd in zelfverheerlijking, naam en roem. Hij is een meester .... in bedriegerijen.

Oprechte groeten

Jens en Gurprit Sethi