SAI BABA, GOD OF GOEROE? Een verschil in perspectief

 

Datum: 12 oktober 2004

Noot vooraf van de redactie van http://www.exbaba.com:

Het bestaan en de verwijzing van dit artikel:

Dit artikel is te vinden in BRES # 221, het aug-sep.nummer 2003, op pp. 79-87, en is geschreven door Alexandra Nagel naar aanleiding van het tweede boek van Geesje Lunshof. BRES is te koop in Bruna- en AKO-boekhandels, en ligt bij de V&D, nieuwetijdswinkels en dergelijke. Het kost 7 euro 50. 

werd op 02-08-03 aan deze site toegevoegd, vanaf vandaag 12 oktober 2004, geven wij het hier in zijn geheel weer.

Geesje Lunshof voert innerlijke gesprekken met de Indiase goeroe Sri Sathya Sai Baba. In het voorjaar is haar tweede boek uitgekomen. De schrijfster haakt onder meer in op de ernstig verontrustende verhalen, uiteenlopend van bedrog tot sexueel misbruik, die de afgelopen jaren omtrent deze God-mens het nieuws gehaald hebben. Hoe speelt zulk nieuws voor een volgeling?

Onlangs is het tweede boek van Geesje Lunshof verschenen. Het is een getuigenis van een Nederlandse versie van Een ongewoon gesprek met God, met andere woorden een boek in de lijn van de Amerikaan Neale Donald Walsch wiens tigste werk, De nieuwe openbaringen. Een openhartig gesprek met God, eveneens onlangs uitgekomen is. Met als cruciaal verschil dat aan de God waarmee Walsch in zijn innerlijk communiceert geen menselijke verschijningsvorm is gerelateerd en aan die van Lunshof wel. Sathya Sai Baba, de in ophef geraakte Indiase goeroe, is de figuur met wie Lunshof innerlijke dialogen voert. Volgens haar is hij een Avatar, God die een aardse vorm heeft aangenomen. 

Regelmatig reist de Haagse volgelinge naar zijn ashram af om er twee weken in zijn nabijheid te kunnen vertoeven. Op haar laatste reis december jl. heeft hij dit nieuwste werk Sai Baba, Levende Vlam van Liefde, zowel in Nederlandse als Engelse versie gezegend. Tijdens een darshan, het gebeuren waarbij Sai Baba tussen de zittende, strak opgelijnde mensenmassa op het tempelterrein door loopt, heeft hij zijn hand vol op het manuscript gelegd en haar allerliefst in de ogen gekeken. 

Bovendien had Lunshof al het hele jaar door aanwijzingen ontvangen dat het werkelijk Sai Baba’s bedoeling was dat ze een vervolg op haar eerste, Innerlijke Dialoog met Sai Baba (1998), zou schrijven. Verschillende mensen hadden haar gevraagd wanneer een tweede deel over ervaringen met Sai Baba zou verschijnen, het schrijfproces was voorspoedig verlopen en een Amerikaanse volgelinge had (innerlijk) de boodschap van Sai Baba ontvangen dat een portret dat ze van hem had gemaakt in Lunshofs tweede boek zou worden opgenomen – op een moment dat Lunshof zelf nog niet aan een tweede boek had zitten denken. Ditmaal was er overigens in tegenstelling tot de uitgave van het eerste boek, geen gedoe met uitgevers geweest. Ze heeft het indertijd na diverse afwijzingen uiteindelijk maar in eigen beheer uitgebracht, terwijl deze keer op voorhand een uitgeverij toegezegd had het vervolg op haar eerste uit te willen brengen. De liefde voor Sai Baba welke Lunshof als een gloeiende vlam van liefde in haar hart voelt branden heeft haar gelouterd; alle voorgaande spirituele lessen wierpen blijkbaar tijdens het schrijven van dit tweede boek hun vruchten af, aldus oppert Lunshof zelf.  

Uiterst openhartig toont de schrijfster aan de hand van de nodige dagboekaantekeningen waarin ze haar innerlijke gesprekken heeft genoteerd, de lezer een kijk in haar zielenleven. De zachte, liefdevolle warmte in haar hart ervoer ze voor het eerst door Jezus ruim dertig jaar geleden. Pas negen jaar later maakte ze kennis met Sai Baba en is ze gaandeweg gaan begrijpen dat God zich ditmaal gepersonifieerd heeft in de gestalte van Sri Sathya Sai Baba. Verder voelt ze veel herkenning met de mysticus Johannes van het Kruis, van wie ze de titel Levende Vlam van Liefde heeft overgenomen.  

Haar gloeiend hart is onlosmakelijk verbonden met Sai Baba, óók na de twijfel die de ‘lastercampagne’ in 2000 in haarzelf heeft opgeroepen. Wat de aantijgingen tegen de goeroe zijn doet Lunshof niet uit de doeken, het is informatie die je als Sai Baba-volgeling als negatief bestempelt en negatieve kwesties zijn kwesties waarvan het (spiritueel) verstandiger is om je er niet door van de wijs te laten brengen. Tenslotte heeft Sai Baba reeds lang geleden voorspeld dat er een schifting plaats zou vinden tussen de werkelijk trouwe volgelingen en zij die ervoor kiezen hem de rug toe te keren.  

Het internetrapport

De verontrustende informatie met betrekking tot Sai Baba, door Lunshof beschouwd als een lastercampagne gericht aan het adres van Sai Baba en door haar teruggebracht tot ‘het internetrapport’, is voor wie meer wil weten in overvloedige mate te vinden op www.exbaba.com en www.saiguru.net. De beschuldigen variëren van goocheltrucs die door zouden moeten gaan voor heuse, miraculeuze materialisaties, tot indirecte, doch vermoedelijk wel persoonlijke betrokkenheid van Sai Baba bij de moorden op een aantal van zijn volgelingen in 1993. De in Noorwegen woonachtige Engelsman Robert Priddy, auteur van Source of the Dream. My Way to Sathya Sai Baba (1994), is na diepgaand zelfonderzoek en uitgebreide gesprekken met vele andere volgelingen, ex-volgelingen en geen-volgelingen van Sai Baba tot de conclusie gekomen dat Sai Baba niet de figuur kan zijn die hij jarenlang geloofd heeft te zijn en tot wie hij zijn devotie had gericht.

Als argument voor zijn hernieuwde stellingname voert Priddy onder meer de ring met groene diamant op die Sai Baba voor hem 23 december 1986 uit het niets tevoorschijn getoverd zou hebben en die hij jarenlang trouw heeft omgehad. Na onderzoek uitgevoerd oktober 2002 door Peter Hertz, juwelier van de Deense koningin Margarethe, blijkt dat vandaag de dag in het peperdure Denemarken de prijs van de ring circa US$ 200 zal bedragen. Een bedrag dat meer gebaseerd is op het goudgehalte, niet op de steen, want wat als een bijzondere groene diamant gold werd geanalyseerd als een synthetisch geproduceerde groene saffier, waarde tussen de US$ 10 (India) en US$ 40 (Denemarken). Sai Baba had Priddy de ring gegeven een dag nadat hij de goeroe in een groepsgesprek had verteld geld te zullen doneren aan de organisatie. Alles bij elkaar hebben Priddy en zijn vrouw in de loop der jaren Sai Baba zo’n £ 15.000 geschonken.

Een bron van inspiratie waaraan Priddy veel waarde hecht en die heeft bijgedragen tot zijn beslissing zich van Sai Baba los te maken en zich tegen hem te keren, zijn gesprekken met V.K. Narasimhan, een bereisde, en gelauwerde Indiase journalist die zich onder meer in de kritische doch vredelievende lijn van Gandhi heeft ingezet. In 1977 werd Narasimhan editor van het Engelstalige blad van de Sai Baba Organisatie Sanathana Sarathi en vertaalde hij regelmatig lezingen van Sai Baba in het Engels. Narasimhan, op 87-jarige leeftijd maart 2000 overleden, deelde met Priddy de vele positieve, maar ook puzzelende ervaringen met de goeroe en het gebeuren rondom. Eén van die onderwerpen betreft de moord in 1989 op een Zwitserse volgelinge waarbij verantwoordelijke personen van de Sathya Sai Baba Central Trust plus de jongere broer van Sai Baba, Janaki Ramiah, wisten en konden bewijzen dat de politie de twee moordenaars had laten lopen in ruil voor hun buit, Rs 80.000. De som geld had de vrouw vlak voor haar moord van de bank opgenomen. “They did a terrible thing,” had Narasimhan Priddy verteld. Het had Narasimhan ernstig bezwaard te weten dat verantwoordelijkheiddragende personen rondom Sai Baba iets gedaan hadden wat wettelijk en ethisch gezien niet door de beugel kan. Het feit dat mensen uit Sai Baba’s kring de politie vrijuit liet gaan impliceert dat diezelfde mensen de politie onder druk kunnen zetten wanneer zij iets van de politie gedaan willen krijgen.

Dit wetende acht Priddy het geloofwaardig dat diezelfde Janaki Ramiah een hand heeft gehad in de toedracht van de moorden gepleegd op 6 juni 1993. Nadat vier mannen zich een weg gebaand hadden naar de vertrekken van Sai Baba en daarbij twee Sai-toegewijden gedood hebben, zonderden Sai Baba, Janaki Ramiah en Col. Joga Rao (een van de leden van de Sathya Sai Central Trust) zich tien minuten af. Niet lang daarna beval Janaki Ramiah “Vallani kattesinaru, champeyundira,” ‘Ze zijn vastgebonden, dood ze,’ hetgeen toen ook gebeurd is. De politie arriveerde pas een half uur nadat Sai Baba op de alarmknop had gedrukt en heeft een vreemde rol in het gebeuren gespeeld. De zaak is nooit goed uitgezocht; er is nooit iemand voor de moorden veroordeeld.

Zoete koek

Via een volledig andere weg heeft de Australiër van Engelse origine Brian Steel, auteur van twee pro-Sai Baba-boeken The Sathya Sai Baba Compendium (1997) en The Powers of Sathya Sai Baba (1999), getracht orde op zaken te stellen inzake zijn eigen geloofsovertuiging met betrekking tot de goeroe. Ook Steel had jarenlange devotie achter de rug toen hij begon te twijfelen. En het was niet door de op trucage berustende materialisaties, de beschuldigingen van sexueel misbruik van met name jongemannen, soms zelfs minderjarigen, of mogelijke betrokkenheid bij moord, maar tegenstrijdigheden aangetroffen in Sai Baba’s geclaimde goddelijkheid. Talloze lezingen van Sai Baba heeft Steel geanalyseerd en zijn conclusie is dat Sai Baba nauwelijks de Engelse taal beheerst (terwijl de uitspraak gaat dat hij al-wetend is) en dat veel van Sai Baba’s miraculeuze verhalen in de loop der tijd veranderen, soms alsmaar grotere proporties aannemen. Sai Baba verandert verhalen zelf. Hij voegt details toe, laat andere weg, zoals in het geval van (geclaimde) ontmoeting met een Poolse helderziende Wolf Messing. Soms lijkt Sai Baba zomaar dingen in het wilde weg te verzinnen, bijvoorbeeld de wijze waarop woorden uit het Sanskriet etymologisch zijn opgebouwd. Voorts blijken passages uit lezingen, meestal door Sai Baba in het Telugu gesproken, bij vertaling naar het Engels weg te vallen. De uitvoerige praatstijl van Sai Baba wordt beknopter en geordender gemaakt waarbij soms essentiële onderdelen verloren gaan. Echter, argeloze, devote volgelingen slikken alles van Sai Baba als zoete koek. Vaak voegen ze er hun eigen stukjes aan toe met het gevolg dat een brij aan wonderverhalen is ontstaan die een leven op zich zijn gaan leiden.

Welnu, al dit soort informatie is dus niet te vinden in het boek van Geesje Lunshof. Zij pareert de moeilijke, complexe kwestie niet door er inhoudelijk op in te gaan, maar door te schrijven over de innerlijke strijd die het ‘internetrapport’ en wat daar op volgde in haar teweeggebracht heeft. Dit zogenaamde internetrapport is het in maart 2000 verschenen The Findings, voornamelijk een compilatie van berichten verspreid via internet, verzameld door David & Faye Bailey, die het van een voor- en nawoord voorzagen. The Baileys waren voor de publicatie van The Findings voor menig volgeling een geliefd en succesvol geacht stel dat door Baba zelf bij elkaar gebracht was. In Nederland is er gedurende een relatief korte periode als gevolg van ‘De Bevindingen’ een kleine groep nu ex-volgelingen in 2000-2001 actief geweest om andere volgelingen te attenderen op allerlei misstanden rondom Sai Baba en met betrekking tot de goeroe zelf. Op zich is het opmerkelijk is dat Lunshof de ‘lasterkwestie’ te berde heeft gebracht in een boek. Het is het eerste boek dat ik ken dat op de zaak ingaat en dat een lezer informeert hoe de belevingswereld van een Sai Baba volgeling inzake de ‘lastercampagne’ kan zijn. Een stukje innerlijke dialoog van Lunshof, oorspronkelijk genoteerd op 1 juli 2000, staat op blz. 114:

‘Vraag: Lieve Baba, ik hoor zulke vreselijke geruchten over u. Dat kan toch niet waar zijn?

‘Baba: Nee, ze zijn niet waar.

‘Vraag: Hoe kan het dan dat dit verspreid wordt?

Baba: De negativiteit heeft het voor het zeggen in zulk soort gevallen.

‘Vraag:
Wat bedoelt u daarmee?

‘Baba: Mensen prefereren negativiteit.

‘Vraag: Maar u kunt dat toch stoppen?

‘Baba: Dat gebeurt ook.

Vraag: Zal dit geen consequenties hebben voor uw Avatarschap?

‘Baba: Vanzelfsprekend niet. Dit is door mij gewild. Mensen hebben de keus: gaan zij hierin mee of laten zij het voor wat het is?

‘Vraag: Maar dat X dit hier in Nederland rondbazuint?

‘Baba: X is een onruststoker en dat wist je al.

Vraag: Ja, dat heb ik twee jaar geleden ondervonden.

‘Baba: Zo zie je, mensen beladen zichzelf met schuld en geven God de schuld ervan. Wat is er mooier dan om de schuld van je af te schuiven en wie is er gewilliger om schuld op zich te nemen dan God. Denk aan Jezus.

‘Vraag: Maar dat is dan wel een heel zwaar karma dat hij op zich laadt.

‘Baba: Het is zijn weg.

‘Vraag: En dat internetrapport dan?

‘Baba: Hier speelt precies hetzelfde. Mensen, beladen met schuld, maken van God de zondebok.

‘Vraag: Houdt u dan nog wel van ze?

‘Baba: Wat een vraag. Zij zijn mijn kinderen en mij even lief.’

Desondanks bleef de twijfel. Lunshof was in de ashram op 14 september 2000 en schrijft hoe allerlei gedachten haar wakker hielden (blz. 131): ‘En dat gloeiende hart dan? Jezus gaf me dat voor het eerst. Zou ik dat dan ook allemaal in twijfel moeten trekken? En de innerlijke dialoog? Nee, hij is goed en dus God. Het was echt een worsteling met mezelf en tegelijkertijd voelde ik me schuldig over deze angstobsessies in mijn hoofd.’

Ze valt alsnog in slaap nadat ‘Baba als zoetheid’ in haar hart was gekomen en tijdens darshan de volgende dag gunt Sai Baba haar een blik in zijn ogen. Ofschoon ze het los wenst te laten blijft de twijfel desalniettemin aanwezig. Dan volgt wederom een innerlijke dialoog (blz. 132):

‘Vraag: Baba, ben ik helemaal gek geworden?

‘Baba: Nee, diepere lagen komen naar boven. Een in je jeugd opgedane, diep gewortelde angst voor eeuwige verdoemenis. Laat mij je vertellen, eeuwige verdoemenis bestaat niet. Elke mens, maar dan ook elke mens, is voorbestemd om uiteindelijk op te gaan in God. (…)

‘Vraag: Baba, help me deze angst te overwinnen.

‘Baba: Ja, het komt in orde, maar het moet er helemaal uit. Er mag geen greintje van overblijven. Het is een heel waardevol proces waar je nu doorheen gaat. Laat het aan mij over. Ik help je erbij en leid je erdoor heen.’

Tsja, wat kan een mens, wat kan ik hier nu tegenin brengen? Er is in het geval Sathya Sai Baba sprake van zulk tegenstrijdige interpretaties van belevingen en waarnemingen dat redelijke discussies daarover waarschijnlijk gedoemd zijn te mislukken. Lunshof heeft háár visie, háár geloof, háár vertrouwen en bewijzen dat Sai Baba een Avatar is en zal alle kwesties die mensen als Robert Priddy en Brian Steel opvoeren als argumenten waaruit spreekt dat Sai Baba géén God-in-mensengedaante kan zijn, als negatief afdoen. Dat zowel Priddy als Steel er lang over gedaan hebben om hun jaren van toewijding aan Sai Baba te beëindigen en het hen niet te doen is om laster te verspreiden, lijkt buiten het blikveld van Lunshof te liggen. Niets in Sai Baba. Levende Vlam van Liefde duidt op de mogelijke optie dat volgelingen op grond van ruim overwogen gedachtegangen ex-volgeling van Sai Baba kunnen worden en dat het hen te doen is om stukjes waarheid boven tafel te krijgen, niet om zwartmakende berichten te verspreiden. Alsof zo’n optie niet bestaat in de belevingswereld van Lunshof.

Resteert mij te vermelden dat Geesje Lunshof min of meer een buitenbeentje is in de officiële kring van Nederlandse Sai-devotees. De Nederlandse Sathya Sai Baba Organisatie erkent de innerlijke dialogen die Lunshof met Sai Baba voert niet als zijnde afkomstig van Sai Baba, aangezien Baba zelf ooit gezegd heeft niet door anderen te spreken. Kun je je natuurlijk afvragen waarom Sai Baba dan toch Lunshofs manuscripten ‘gezegend’ heeft door er vol zijn hand op te leggen en Lunshof tegelijkertijd liefdevol in de ogen te kijken…

Geesje Lunshof Sai Baba, Vlam van Levende Liefde, uitgeverij Akasha, isbn 90.73798.94.9, € 15,95.