Een piemeltje met olie

 

Uit tijdschrift Onkruid, 138, november-december 2000. Onkruid is ook te vinden op www.onkruid.nl

Met stijgende verbazing heeft Paul Breekveldt de onthullingen en berichten over Sai Baba vernomen. Hoe erg ben je getroffen als je aanhanger van een besmeurde goeroe bent!

Op wie je niet jaloers hoeft te zijn, dezer dagen: de volgelingen van Sai Baba. Die zitten in de problemen!

Blijven of weglopen, verdedigen of verloochenen …

Eerst even de omstandigheden. Sai Baba is een Avatar, een goddelijke leidsman, iemand die hoog in de hiërarchie van grote geesten staat. Sommigen stellen ‘m op één lijn met Jezus en Mohammed en de Maitreya. Sai Baba heeft een ashram in India, waar duizenden mensen onder wie veel westerlingen, hem komen bezoeken. Men zit geduldig te wachten, tot men wordt gekozen om bij hem te mogen. Dat geluk kan je overkomen, het kan ook dag in dag uit aan je voorbijgaan. (Zie ook Onkruid 80). Nu en dan verschijnt Sai Baba in het openbaar en strooit Vibuti, heilige as. Die komt zomaar uit zijn handen. ’n Enkele keer materialiseert hij ook kostbaarheden: horloges, ringen, dat soort spul. Een goeroe met een hoog ‘Oôôh!’-gehalte dus. Er zijn ook bij ons groepen aanhangers en sommige mensen schrijven met een hand die hij bestuurt. Serieuze mensen, die innerlijke steun voelen van deze Baba.

Natuurlijk gaat al jaren het verhaal dat Sai Baba de heilige as handig uit zijn wijde mouwen laat komen. En er is ook de legende van de ex-getrouwe die in een goedkoop land een zak kermiskostbaarheden, ringen en horloges, voor Sai Baba moest inkopen.

Laster – daarmee kon men het altijd af doen. Zelfs toen een Amerikaanse goochelaar op de tv liet zien hoe je zulke wonderen verricht, ontstond er in het leven van de aanhangers maar een lichte rimpeling.

Moeilijker was het met die andere aantijging, dat Baba graag een smakelijke jongeman bij zich liet komen, die dan heel ongoddelijk in zijn kruis getast werd. Maar daarover fluisterde men slechts.

Nu is er de getuigenis van een India’s ouderpaar dat een zoontje bij Baba bracht en vervolgens moest toezien hoe hij het piemeltje van het ventje zorgvuldig en langdurig met olie met olie inwreef. En toen was de beer los.

Aanhangers zegden hun lidmaatschap van de club op. De weinige boeken die hij heeft geschreven, zakten tweedehands opmerkelijk snel in prijs. Het werd moeilijk om aan je buren te bekennen dat je een aanhanger van die man bent.

Het interessante lijkt me voor de devotee nu dat-ie zich afvraagt wàt zijn beeld van de Avatar nu eigenlijk doet wankelen. Kan het je echt schelen als je god of je goeroe een paar trucjes uithaalt? ‘n Beetje goochelen met as of glimmertjes, dat was toch alleen om de aandacht te trekken? Was ’t niet eigenlijk omdat jij dat nodig had? En wat te denken van een sexuele voorkeur die je niet met hem deelt? Is ons ‘schande’ roepen daarover niet erg cultuur bepaald? Vonden de oude, wijze Grieken zoiets in hun tijd niet heel gewoon – kijk maar eens op die vazen van ze! Heb je een Avatar nodig die precies als jij denkt/voelt/doet? Dan kan je wel zonder hem. Juist als hij je aan het denken zet over al dit soort dingen, krijg je de kans je verder te ontwikkelen… Jezus hield het in zijn tijd met tollenaren en hoeren, daar werd ook schande van gesproken…

Mooie relativerende gedachten. Maar toch ben ik niet jaloers op de aanhangers van Sai Baba. Helemaal niet.